Recept van de maand #6: Triple chocolate cake

Ook deze maand laat ik Anke van Junnekes recepten aan het woord. Deze keer geeft ze het recept voor een triple chocolate cake. Mmm, chocolade!

De lente heeft geen zin een vroege intrede? Fine, dan hebben we een perfect excuus om nog snel wat comfort food te eten. Deze chocoladetaart met witte chocoladevulling en chocoladeganache verzacht elke winterdip.

Verwarm de oven voor op 160 °C en splits 7 eieren. Klop 125 ml zonnebloemolie met het eigeel, een theelepel vanille-extract of vanillepoeder, 400 gram lichtbruine kandijsuiker en 200 ml water. Klop er nadien 60 gram ongezoet cacaopoeder onder, vervolgens 300 gram bloem en een theelepel baking soda of bakpoeder. Klop de eiwitten stijf en spatel ze voorzichtig onder het beslag. Giet het beslag in twee ingevette en met bloem bestrooide bakvormen van gelijke grootte. Zet de cakes 25 à 35 minuten in de oven, tot een breinaald er droog uitkomt.

Laat de taart volledig afkoelen terwijl je de vulling en de chocoladeganache maakt. Smelt 50 gram witte chocolade van goede kwaliteit en meng met 125 gram mascarpone. Laat opstijven in de koelkast tot gebruik.

Breng 200 ml volle room tot net aan het kookpunt en giet dat over 200 gram gehakte pure chocolade. Laat even staan, voeg enkele klontjes boter toe en roer tot een gladde ganache. Laat afkoelen tot kamertemperatuur.

Besmeer de ene taarthelft met het witte chocolademengsel, leg de tweede helft erop. Giet de chocoladeganache over de taart en werk af langs de randen met een spatel. Decoreer met nog meer chocolade, want er bestaat niet zoiets als ‘te veel chocolade’. Enjoy!

Recept van de maand #5: Veggies au vin

Ook deze maand laat ik Anke van Junnekes recepten aan het woord. Deze keer geeft ze het recept voor een veganistische versie van boeuf bourguignon, ter inspiratie van Dagen Zonder Vlees bijvoorbeeld.

Ik beschouw mezelf als een omnivoor. Niet dat ik alles lust, verre van, maar ik eet zowel graag vlees als vis en ook voor veggie haal ik m’n neus niet op. Dagen Zonder Vlees vind ik een mooi initiatief, omdat het geen kwaad kan om af en toe een inspanning te leveren voor de planeet waarop we rondlopen. EVA vroeg me om voor deze editie een veganistische variant te maken van de klassieke boeuf bourguignon. Het resultaat is een geslaagd smaakvol stoofpotje om de winterblues op regenachtige dagen te verslaan.

* Verhit een scheutje olie in een stoofpot met dikke bodem. Laat hierin een gesnipperde rode ui en twee fijngesneden teentjes look fruiten. Was de aardperen, wortels en pastinaak. Schil de wortelen en pastinaak (aardperen hoef je niet te schillen) en snij alles in dikke plakken. Doe de groenten bij in de pot en roerbak 5 minuten.

* Borstel ondertussen een bakje kastanjechampignons schoon, snij in 4 en bak ze kort op een hoog vuur in een scheut olie. Voeg de champignons toe aan de andere groenten en blus met een halve fles rode wijn. Voeg vervolgens een blik tomatenvlees, een blaadje laurier, een eetlepel suiker en een groentebouillonblokje toe en breng het geheel aan de kook. Kruid naar eigen smaak met rozemarijn, tijm, basilicum, peper en zout. Laat de groentjes op een zacht vuurtje een klein uur sudderen tot de groenten beetgaar zijn (je wilt een stevige bite, geen tot moes gekookt prakje).

* Bestrooi de veggies au vin met verse peterselie en serveer meteen.

Ben je geen fan van champignons of van de truffelsmaak van aardpeer? Vervang ze dan eens door courgette. Andere groenten die het goed doen in dit stoofpotje zijn zoete aardappel, rode biet, raapjes, zilveruitjes … Als je van elke groente 250 à 350 gram neemt en er brood, rijst of pasta bij serveert, heb je met deze hoeveelheden voldoende voor 4 personen. Net zoals alle stoofpotjes is veggies au vin de volgende dag nog lekkerder, als alle smaken goed in elkaar getrokken zijn.

Recept van de maand #5: Burgers van zoete aardappel met Griekse yoghurt, avocado en gekarameliseerde rode ui

Ook deze maand laat ik Anke van Junnekes recepten aan het woord. Deze keer geeft ze het recept voor burgers van zoete aardappel met Griekse yoghurt, avocado en gekarameliseerde rode ui.

Als alle eindejaarsindigesties verteerd zijn, snakt ons lichaam wel naar wat lichtere kost. Simpel eten. Niet te veel tralala. Misschien ook wel een paar vleesloze dagen, als je de nodige gourmetschotels naar binnen hebt gewerkt. Maar het blijft winter, de temperaturen beginnen dan toch eindelijk te dalen en je wilt nog geen afscheid nemen van comfort food. Deze veggieburgers zijn het perfecte compromis!

• Als je gedroogde kikkererwten gebruikt, moet je ze eerst enkele uren laten weken in koud water en daarna nog een uurtje of 2 koken (kijk op de verpakking voor de instructies), die uit een bokaal kan je zo gebruiken. Leg de ongeschilde zoete aardappelen een uurtje in een oven van 200 °C tot ze botergaar zijn.

• Haal het vruchtvlees uit de aardappels en plet het samen met de uitgelekte kikkererwten (verhoudingsgewijs gebruik ik 2/3de aardappelen, 1/3de kikkererwten). Voeg een beetje losgeklopt ei en wat bloem met panko of paneermeel toe. Meng tot een stevig, maar plakkerig mengsel (dat komt straks wel goed in de pan). Breng op smaak met geperste look, verse koriander, chili, zwarte peper en zout. Zet het mengsel tot gebruik in de frigo.

• Was de tomaten en snij ze in fijne plakjes. Haal het vruchtvlees uit de avocado en snij ook deze in plakjes. Besprenkel met citroensap tegen het verkleuren. Snipper een rood uitje fijn en laat met wat boter en bruine suiker karameliseren op een zacht vuurtje.

• Vorm kleine, platte burgers van het aardappelmengsel en bak ze aan beide zijden krokant in flink wat olijfolie.

• Snij de broodjes open, besmeer met volle Griekse yoghurt (eventueel op smaak gebracht met verse groene kruiden) en beleg met de burgers, veldsla, tomaat, avocado en gekarameliseerde ajuin.

Natuurlijk het lekkerste met zelfgebakken pistoletjes!

Recept van de maand #1: aardbeientaart in potjes

Mijn schoonzus, Anke, maakt de heerlijkste dingen. Zelf hou ik niet zo van koken, behalve dan van bakken, maar met de slechte keuken die ik nu heb (verbouwingen, jawel, en de keuken staat ergens onderaan de priotiteitenlijst), komt dat er ook amper van. Toch ben ik zelf wel fan van recepten op een blog, dus vroeg ik gewoon aan mijn schoonzus of zij maandelijks een recept wil voorzien. Vandaag presenteert ze haar (en mijn) favoriete taart: aardbeientaart!

Of ik een blogpost met een receptje kon voorzien? Tuurlijk. Gerhilde en ik delen onze liefde voor zoetigheid (en de bijhorende weegschaalfrustraties). Waar zij haar vrije tijd in haar blog steekt, ben ik constant in de weer met foodfotografie en het ontwikkelen van recepten. Die bundel ik op m’n website www.junnekesrecepten.be, waar je door je virtuele keukenkast te vullen meteen kunt zien welke recepten je kunt maken met de ingrediënten die je in huis hebt. Handig voor mezelf vond ik vijf jaar geleden en ondertussen wordt de website door veel mensen gebruikt. Erg leuk!

Mijn favoriete activiteit in de keuken is echter bakken. Deze zomer heb ik dan ook een tweede website uit de grond gestampt (www.de-smul.be), waar je taarten en ander gebak kunt bestellen. Maar het liefst krijg ik mensen zelf aan het bakken. Omdat het fijn is om creatief bezig te zijn, omdat een geslaagde taart een goed gevoel geeft, maar vooral omdat je je creatie daarna kunt opeten.

We moeten snel zijn, want het zijn de laatste (betaalbare en eetbare) aardbeien van het seizoen, maar mijn favoriet is zonder enige twijfel aardbeientaart. Je kunt die op de traditionele manier bakken, met een kruimeldeegbodem, bladerdeegbodem of gistbodem, deze blind bakken, laten afkoelen, vullen met pudding, garneren met aardbeien en versieren met toefjes slagroom. Voilà, zo kort kan een recept zijn. De volledig uitgeschreven handleiding vind je hier.

Ben je toch niet zo’n bakwonder, maar wel grote fan van aardbeientaart? Verzamel dan een aantal mooie glaasjes en doe het gewoon op deze (ietwat luie) manier:

* Maak eerst de banketbakkersroom (veel lekkerder dan gewone pudding – trust me). Breng een halve liter volle melk aan de kook met een snuifje zout en het merg van een vanillepeul. Klop 1 ei en 1 eidooier samen met 100 gram suiker tot een dikke witte massa (ruban). Meng er 10 gram puddingpoeder en 30 gram maïzena onder. Giet een scheutje hete melk bij de ruban, meng goed en voeg vervolgens de rest van de melk toe. Doe het mengsel terug in de kookpot en laat de pudding kort op een zacht vuurtje indikken.

* Terwijl de pudding wat afkoelt, verkruimel je wat zandkoekjes en doe je ze onderaan in de glaasjes. Was de aardbeien en snij in stukjes.

* Vul de glaasjes met de pudding en de aardbeien. Garneer met een fris blaadje munt en zet in de koelkast tot gebruik.

En is ook dat je te veel moeite, bestel je taart dan gewoon bij Smul!